Terug

Over vroegere volksbedevaarten.

Voor de Tweede Wereldoorlog, en ook nog een tijd daarna, zochten onze volksmensen bij ziekte of tegenslag, in bedevaarten troost en genezing. Voor elke kwaal van mens en dier kenden ze een beschermheilige of wisten ze een mirakuleus beeld of een bevoorrechte plaats. Naar deze plaats - kerk, kapel, heiligdom of bron - stroomden dan de betrouwende bedevaarders toe.

Ook nu nog kennen we de bedevaarten naar Lourdes, Banneux of Scherpenheuvel, waar Onze-Lieve-Vrouw vereerd wordt of de beeweg naar Sint-Jozef in Leuven. De beewegen verdwijnen echter meer en meer bij de jongere generaties.

Veruit het merendeel van de bedevaarten werden ondernomen omwille van kinderziekten. Zo bezorgde de kinkhoest de kinderen dikwijls veel nachtelijke kommer en kwel. Beter dan al die pilletjes en flesjes of doktersvoorschriften kon men de hulp en bescherming inroepen van de H.Remigius te Holsbeek.

In de kerk van Nieuwrode had, op de eerste zondag van mei, een plechtige begankenis plaats met processie ter ere van de H.Quirinus, bijzondere patroon voor slappe, kwijnende en ziekelijke kinderen. Ter ere van de H.Quirinus bevond zich een kapelletje in de hoek gevormd door de oude Aarschotse steenweg en de Veeliedenstraat. Het werd in 1969 afgebroken bij de aanleg van de baan Aarschot - Sint-Joris-Winge. Hier offerde men geld en ook dikwijls saai, garen en wollen stof. Ook voor rachitis - het volk kende deze ziekte slechts onder de naam oudeman - trokken de bedevaarders naar deze kapel.

Barstende hoofdpijn en migraine zijn niet zomaar beschavingsziekten, ook de landslieden uit vorige generaties werden er door geplaagd. Maar daarvoor ging men niet naar de dokter. Neen, een bedevaart naar Sint-Maurus te Holsbeek is een veel betere en minder kostelijke remedie. Op 15 januari begint een octaaf ter zijner ere. Men bidt daarbij negen Onze-Vaders, negen Wees- Gegroeten en negen Glorie-zij-de-Vader's.

Een eigenaardige en vervelende huidziekte is het rad van Sint-Katrien. De dorpsmensen maakten daarbij een onderscheid tussen het hele en het halve rad. Voor het halve rad ging men op beeweg naar Pellenberg. In Kortrijk-Dutsel werd de H.Catharina aangeroepen tegen het hele rad. Op 25 november, feestdag van de vereerde martelares, begint een octaaf. Men hoeft echter deze datum niet af te wachten; men kan deze ziekte ook "afbidden" door negen dagen na elkaar voor haar beeld te komen bidden.

Ook keelpijn kan een mens heel ziek maken. Het beste middel hiertegen is wachten tot de kwaal over is. Of, als ze toch te hardnekkig blijkt te zijn, of regelmatig terugkomt, kan men de hulp inroepen van de H.Wivina. Op de eerste woensdag van iedere maand, op de laatste zondag van juni en op 17 december (feestdag van de H.Wivina) wordt in Sint-Pieters-Rode een mis opgedragen ter harer eer en zegent de priester met de relikwieën van de heilige.

Een ziekte, die gepaard ging met "puysten, sweeren, viesigheydt ende quatseer" is de ziekte van Sint-Marcoen. Reeds in 1705 werd er in Kortrijk-Dutsel een broederschap opgericht ter ere van Sint-Marcoen, Sint-Catharina en Sint-Hatabrandus. In de Vlaamse Stam, tijdschrift voor familiegeschiedenis, vonden we meerdere "miraculeuselijcke ghenesinge" van deze ziekte terug. Tot in het midden van deze eeuw gaat men op bedevaart naar Kortrijk-Dutsel op de eerste zondag van mei.

Niet alleen voor de kwalen in het eigen gezin gaat men op bedevaart. Ook in de stal brengt ziekte of dood van één van de dieren veel rampspoed met zich. De voornaamste beschermheilige van de varkens blijkt de H.Antonius te zijn. In Holsbeek wordt hij vooral bezocht voor de biggetjes. Vroeger offerden de lieden halve varkenskoppen, maar dit gebruik is na de Tweede Wereld- oorlog hier te niet gegaan. Op andere plaatsen is dit volksgebeuren blijven verder bestaan.

Voor het rundvee kan men te rade bij de H.Wivina in Sint-Pieters-Rode. In Nieuwrode werden in het begin van deze eeuw beelden in plaaster of karton van dieren meegedragen in de processie.


Louis Peeters


Bronnen.

Sannen J., Volksbedevaarten tegen Kwaal van Mensch en Vee, in de Brabantse Folklore, december 1950
Het mooie Hageland, heemkundig handboek voor het arrondissement Leuven, door de Oostbrabantse Werkgemeenschap, Heverlee, 1965
Declerck G., Broederschap van Cortrijck (Dutsel) in Vlaamse Stam, tijdschrift voor familiegeschiedenis, januari 1972
Terug