Terug

Kapel van O.L.V. van Lourdes (aan de Wingeweg).

Werkzaamheden.

Op initiatief van enkele buurtbewoners kreeg het kapelletje van O.L.V. van Lourdes aan de Wingeweg een grondige renovatiebeurt. In de loop van de zomer van het jaar 1999 werd gestart met het ontmantelen van hetgeen overbleef van het dak, werd een nieuw onderdak geplaatst en werden nieuwe pannen gelegd. Buiten deze pannen, enkele bakstenen en verf (welke ons kosteloos werden geschonken door sympathisanten) kon de ploeg rekenen op de steun van de gemeente Holsbeek (eigenaar) voor de nodige materialen.

Naarmate de tijd vorderde en we toekwamen aan het uitslijpen van het metselwerk, het opnieuw invoegen en vervangen van het binnenschrijnwerk, interesseerden we ons meer en meer aan de oorsprong van deze kapel. Een onderzoek werd gestart binnen de schoot van de Holsbeekse Werkgroep Heemkunde. Gelijktijdig werd de deur volledig behandeld en kreeg de binnenkant een nieuwe bepleistering en verflaag.

Na het opruimen van de omgeving werd het resultaat door 150 aanwezigen bewonderd tijdens de plechtige inzegening op 30 april 2000. Via de Kruisheren bekwamen we een pleisteren Maria-beeld, hetgeen samen met een pleisteren beeld van Bernadette het interieur siert. Het originele Mariabeeld werd jaren terug door vandalen vernield. Om die reden zal de kapel maar beperkt open gesteld worden, bij voorbeeld op Maria-feestdagen.

Het project is nog niet voltooid: er wacht ons de aanleg van een kasseiweg (zoals voorheen) en een zitbank. U merkt het, na het gebouw zelf wordt ook de omgeving nog even aangepakt. Dit - en dat is tenslotte nog het belangrijkste - op een belangeloze basis en tot nut van gemeenschapsvorming in onze gemeente.

Oorsprong: eigendom en datering.

Geen enkele in leven zijnde persoon kon ons een datering van het bouwwerk aangeven. De eerste gedrukte indicatie zouden we in het gebouw zelf terugvinden. Tijdens de afbraak van het vermolmde altaarstuk kwam een deel van een krant te voorschijn, door de timmerman gebruikt om de dikte van de plank aan te vullen. We vonden dit fragment uit 1899 terug tijdens de week van de totale zonne-eclips in 1999. Merkwaardige genoeg is één der artikeltjes gewijd aan de publicatie van een nieuwe almanak, opgesteld door de persoon die enkele jaren rekende aan de baan van de eclips uit 1902.

Op de Atlas der Wegen en de kadastrale legger van Holsbeek, vinden we omstreeks 1840 een 82a40ca groot perceel B137 terug, eigendom van Henricus Huygens. Dit perceel wordt in 1853 verdeeld in de loten " a" en "b", waarbij het tweede lot eigendom blijkt van Michael Oliviers en ligt langs de Wezemaalse Baan zoals de Wingeweg toen noemde. In 1880 gaat dit perceel over naar zijn dochter Maria Oliviers, religieuze te Landen. Een verkoopakte uit 1876 leert ons dat onder zij onder de kloosternaaam "Zuster Bernard" deel uitmaakte van de kloostergemeenschap van de Zusters van Maria te Landen. Dit wordt bevestigd in een doodsbrief van haar schoonbroer uit 1909. Dit klooster werd opgericht vanuit Leuven ("Beriotstraat"), maar werd in 1850 reeds zelfstandig. Zuster Bernarda verbleef in 1876 in het bijhuis te Paal.

In 1885 vermeldt het kadaster "une nouvelle construction" en ontstaan de huidige percelen: een perceel bouwland (heden Kortrijksebaan 14), en een 80 ca groot perceel ingeschreven onder de titel "kapel". Het is dus zuster Bernard die aan de oorsprong van de kapel ligt, met vermoedelijk bouwjaar 1884. Het dagelijks onderhoud van de kapel werd volgens de familie toevertrouwd aan Stefanie Lontie, oudste dochter van Joannes Henricus Lontie. Later namen Maria Vanhoven en vervolgens Leonie Hazalaers-Morren deze taak over.

De kapel werd toegewijd aan O.L.V. van Lourdes. In de periode van 11 februari tot 16 juli 1858 verscheen Maria er achttien maal aan Bernadette Soubirous, waarbij ze op 25 maart (de zestiende verschijning) zich bekend maakte als de "Onbevlekte Ontvangenis". Op 29 juli 1866 trad Bernadette bij de Scoeurs de la Charité te Nevers in onder de kloosternaam Marie-Bernard, vergelijk dit met de kloosternaam van de wereldlijke Maria Catharina Oliviers: "zuster Bernard".

In 1916 erft Suzanna Crabbé (dochter van Stephanie Lontie) de kapel. Bij haar overlijden komt het goed terecht in haar nalatenschap. Ze is op dat ogenblik weduwe van de heer Viktor Van Leeuwe, haar erfenis opdelend tussen hun zes kinderen, wiens erfdeel verder werd opgedeeld over de kleinkinderen.

Een tiental jaar terug onderzochten de erfgenamen de mogelijkheid om de kapel aan de Holsbeekse gemeenschap over te dragen. Hiertoe werd in eerste instantie pastoor Ulens gecontacteerd en werd er nagegaan of de parochie de zorg voor de kapel kon overnemen. Aan de familie werd voorgesteld om de kapel aan de gemeente Holsbeek over te dragen. Het College van Burgemeester en Schepenen ontving dit voorstel op 27 januari 1993 en ging principieel akkoord op 12 augustus van datzelfde jaar. De kosteloze overdracht gebeurde bij notariële akte, verleden bij notaris Roberti de Winghe na aanvaarding van de schenking op de gemeenteraad van 2 september 1994.

Recente geschiedenis.

Er is ons van de kapel nog een renovatie bekend, namelijk vlak na de oorlog, toen "Fo" Bruelemans op vraag van de bewaarders een grondige opknapbeurt van het metselwerk verzorgde. De processie hield hier halt en tijdens de meimaand werd extra aandacht aan de kapel besteed. Het gebouw en de omgeving kenden een gebruik en bleven onderhouden.

Na teloorgang van deze processies en de verminderde aandacht kwam de kapel in een erg vervallen toestand en de buurtbewoners besloten er wat aan te doen. Wachten zou immers zeker een verdwijning inhouden. Zij werd aangemoedigd door de resultaten van de restauratie van de Sint-Jozefskapel te Sint-Pieters-Rode en de kapel aan de Benedenstraat te Dutsel, maar ook afgeschrikt door het trieste lot van het Sint-Annakapelletje in eigen gemeente. Het Sint-Anna kapelletje bevond zich op de hoek van Leuvensebaan en Zichtstraat en werd in 1951 (bij de aanleg van de Leuvensebaan) "gedynamiteerd".

Verantwoording.

De familie Huygens vormde samen met de families Weynants, Lontie en Oliviers tot de grootste pachtfamilies van Holsbeek. Dit weerspiegelt zich enerzijds in hun functies als raadslid, schepen of burgemeester welke hen omwille van het cijnskiesrecht werd toegemeten en anderzijds in het streven naar onderlinge verbondenheid om de eigendom niet te versnipperen. Dit laatste maakt het opstellen van hun stamboom er niet eenvoudiger op.

Bij het huwelijk van Joannes Henricus Lontie met Maria Anna Oliviers in 1854, vierden deze families de verbintenis tussen de zoon van de burgemeester en de dochter van de schepen. Vader van de bruid hertrouwde overigens na het overlijden van zijn eerste vrouw met de weduwe van Joannes Van Lier, in leven burgemeester van Holsbeek. Het is Guilielmus Lontie die hem in dit ambt voorafging, en hem na zijn dood opvolgt.

Het genoemde perceel wordt in 1853 opgesplitst, vermoedelijk ten gevolge van de verdeling (erfenis) na het overlijden van de eigenaar in 1851. Michael Oliviers verwerft dit deel, het erfdeel van zijn eerste echtgenote voor hun kinderen. Het jaar volgend op zijn overlijden (hou rekening met de vertraging die optreedt door het jaarlijks aanpassen van de kadastrale legger) gaat het perceel over op zijn oudste in leven zijnde dochter. Bij haar dood komt het perceel terecht bij de kleindochter van Joannes Henricus Lontie.

ir. Rudy Janssens
Terug