Terug

Beknopte geschiedenis van het Onderwijs te Holsbeek.

Als herinnering naar de vroegste jaren van het gemeentelijk onderwijs te Holsbeek brengen we met toelating van de auteur Flor Weynants een heruitgave van zijn artikel verschenen in "Meer Schoonheid" (1953/1).

Het voorlopig bewind, dat in 1830 in België tot stand kwam, besloot met bekwame spoed de vrijheid van onderwijs.

De wet van 23 September 1842 tot algemene regeling van het lager onderwijs vond dan ook bij de bevolking algemeen een goed onthaal. Krachtens deze wet moest iedere gemeente (of met goedkeuring van de Koning twee of meer gemeenten samen) een lagere school hebben. Het onderwijs was kosteloos voor de behoeftige kinderen. De gemeente benoemde het onderwijzend personeel en legde tuchtstraffen op. De wet bleef gedurende 37 jaar van kracht.

Reeds in 1829 werd er op de gemeenteraad te Holsbeek voorgesteld een stuk grond te kopen, om een gemeentelijke jongensschool op te richten. Dit stuk werd aangeduid op ongeveer 200 m. Ten noorden van de kerk, in het vochtige gedeelte van Holsbeek. Dit voorstel werd verworpen. De grond was te nat, omgeven door weiden, bomen; in één woord: ongezonde omgeving wegens te veel vochtigheid.

In 1838 pas, negen jaar na het voorstel, werd op honderd meter van de kerk een stuk grond gekocht voor 350 BEF van Lontie M. Het perceel is ongeveer 1 Ha groot. De grond is bestemd voor Gemeentehuis, schoolhuis, schooltuin, school en speelplaats. Begin 1839 werd met de bouw einde gemaakt. Het was toen één van de eerste scholen in de omtrek.

De eerste onderwijzer die toen onderwees heette Vandenboch. Een slimme man die kon lezen, rekenen en behoorlijk schrijven. Hij fungeerde tevens als koster van de parochie en had een lamme linkerarm.

Aangezien de leerplicht nog niet verplichtend was, kende het bevolkingscijfer van de school een wisselvallig karakter. Gedurende de winterperiode steeg het aantal leerlingen tot 250. Maar tijdens de zomermaanden daalde dit cijfer tot 125, alhoewel dan dit cijfer wellicht een record overtrof. Beeldt U even in: één onderwijzer met 200 jongens.

Het onderwijs in die tijd bestond hoofdzakelijk in het leren lezen, rekenen en schrijven. Geschiedenis, aardrijkskunde waren vakken van bijkomende aard.
Na de schoolstrijd (1879) kwamen er twee klassen. De schoolstrijd ontstond bij het bekrachtigen van de wet van 1 Juli 1879.
Het plan van de regering om het onderwijs op Staatskosten uitsluitend onder toezicht der burgerlijke overheid te plaatsen liet aan duidelijkheid niets te wensen over. De reactie van de Bisschoppen, door een herderlijk schrijven ingeleid, bracht het begin van deze zo harde strijd uit onze schoolgeschiedenis. Het grondprincipe van de nieuwe regeling berustte op het feit dat een volledige scheiding tussen godsdienst en profaan onderwijs werd geproclameerd wat voor de katholieken onmogelijk kon aanvaard worden. De beroering was dan ook zeer groot in het land. Toch werd het voorstel aanvaard en werd de nieuwe wet op 1 Juli 1879 afgekondigd, met het gevolg dat overal bijzondere scholen werden ingericht.

Talrijke officiële scholen liepen leeg of verloren buitengewoon veel leerlingen.

De schoolstrijd te Holsbeek eindigde in het voordeel der katholieken. Twee voorname figuren dienen hier vermeld: H. Claes en Schoolmeesters.

In de twee klassen, waarvan zo-even sprake, stond toen Meester Weynants, schoolhoofd en Meester Dechamps. De stok (spannebroekske noemde men dat toen) en de hoek waren de twee ergste straffen uit die klasperiode.

Een klein voorvalletje uit de tijd van bij Meester Weynants, een onderwijzer zonder tucht maar met 'n ijzeren hand. Grootvaders herinneren zich nog wel dat het bij Meester Weynants wel eens kon stormen. In die ogenblikken kwam Meester Dechamps eens piepen en de storm werd bedaard door één blik en één woord.

Het groot verlof in die schooltijd begon op 1 September en eindigde op 1 Oktober. Het examen in de hoogste klassen werd afgelegd te Werchter of te Aarschot De jury bestond uit een inspecteur van het vrij- en een inspecteur van het officieel onderwijs.

Bij het heengaan van Meester Weynants komt Meester Van Hille (Jan Maats) en later (1918) wordt Meester Stuckens benoemd.

In 1925 worden twee nieuwe klassen ingericht. Op korte tijd werden Meester Vandezande, Meester Trompet en Meester Jalon benoemd.

Meester Stuckens wordt hoofdonderwijzer benoemd, Meester Vandezande neemt ontslag en 't is Meester Geleyns die het onderwijzend corps aanvult.

Het oorlogsgeweld laat ook zijn sporen na te Holsbeek. Veel didactisch materiaal wordt geplunderd en op 28/12/44 teisterde een V1 de schoollokalen. Begin 1952 herrijzen te Holsbeek twee nieuwe graad klassen (I en IV graad) aangepast aan de moderne eisen. Een lokaal voor medisch onderzoek wordt er bijgebracht.

Thans bezitten we in Holsbeek een volledig vierde graadsonderwijs met een volledig onderwijzend corps, dat zijn beste krachten wijdt aan de opvoeding van de Holsbeekse schoolgaande jeugd.

Flor Wynants
Terug